Rolpalen en borden met de tekst ‘wisselplaats’, zijn een overblijfsel uit de tijd van de trekschuit. Boerema: "Wij zijn een wisselplaats tussen land- en waterrecreatie. Dit sluit ook prima aan bij de toekomstvisie voor waterrecreatie in onze regio."
“Deze historische elementen verrijken de omgeving en de beleving daarvan. Dat is ‘nijsgjirrich’ voor onszelf en voor onze toeristische gasten”, zegt Fokkens-Kelder.
Historie rolpalen en wisselplaatsen
Vroeger was het vervoer over water de belangrijkste vorm van transport. Voordat er gemotoriseerd scheepvaartverkeer was, was de trekschuit een veelgebruikt transportmiddel. De trekschuit werd voortgetrokken door een paard of zelfs door personen. Langs de vaarten liep een jaagpad, waar het paard liep dat verbonden was door middel van een lange lijn met het schip. De jager (begeleider van het paard) legde de jaaglijn om een rolpaal als er een bocht in de vaart zat. Deze houten of metalen rol draaide om zijn as en geleidde de lijn, zodat de schuit niet tegen de wal werd getrokken. Dat was nodig, omdat jagers of paarden vaak wel zo’n dertig tot vijftig meter voor de trekschuit uit liepen. Zij waren dan de bocht al gepasseerd en het schip nog niet. Op de plek waar een wisselbord stond, was de vaarweg iets breder, zodat schepen elkaar konden passeren.
De provincie en de gemeente Noardeast-Fryslân hebben gezamenlijk bijgedragen aan het restaureren van de rolpalen en wisselplaatsborden.